Inspiratie-interview met Jantje Paasman

Jantje bespaart!



Jantje Paasman is oprichter van de Weggeefwinkel Zeist. Bij de weggeefwinkel kun je spullen brengen die je zelf niet meer gebruikt. Je krijgt er geen geld voor. Die spullen krijgen een tweede leven als iemand ander uit Zeist ze wel graag wil hebben. Dat is heel duurzaam! Maar hoe zit het met het gedrag van Jantje? We stellen hem een aantal vragen. En natuurlijk komt ook duurzaamheid van de Weggeefwinkel aan bod.


 
Jantje woont samen met 3 katten, heeft volwassen kinderen die niet meer bij hem thuis wonen. 


 
Hij is al flink bezig met energiebesparen of eigenlijk het besparen van alle grondstoffen, zijn hele leven al. Zijn drijfveer is voornamelijk het milieu dat beter wordt als we het minder belasten. Jantje woont in een huis uit 1903 en huurt inclusief gas/water/licht. Het huis is nauwelijks verduurzaamd. Hij ziet of merkt niet rechtstreeks het resultaat van zijn gedrag. Maar dat maakt hem niets uit! Jantje: ‘Bij mij is het altijd koud, Ik zet alleen de verwarming aan als er bezoek is en die aangeeft dat het te fris is, anders staat hij uit. Ik heb wel een houtkachel….weliswaar met een hoge schoorsteen. En op de bank liggen dekens voor als iemand het koud heeft’. 
Jantje ziet geen maand- of jaaroverzichten want hij krijgt ze niet. Hij weet dat zijn eigen verbruik laag is. In zijn vorige huis, jaren geleden toen duurzaamheid nog niet zo’n item was had hij al zonnepanelen en een zonneboiler op het dak.  De energieleverancier geloofde niet, hij had nog zo’n ouderwetse terugdraaimeter, dat zijn rekening zo laag kon zijn.
 


De Weggeefwinkel is natuurlijk een hele duurzame winkel, omdat veel spullen die normaliter weggegooid worden nog een tweede leven krijgen. Jammer genoeg kan hij zijn energiezuinige gedrag niet volledig toepassen in de Weggeefwinkel. Het pand is niet van hem en zal over niet al te lange tijd gesloopt worden en daarom wordt er niet in geïnvesteerd. Dat betekent dat hij geen invloed heeft op het gasverbruik, radiatoren kan hij niet zelf bedienen en staan overal vol open, ook in ruimtes die niet gebruikt worden! Op dit moment doen 3 van de 4 ketels het helemaal niet en staat 1 continu te loeien. Maar daar waar het kan doet hij zoveel mogelijk, zo heeft de weggeefwinkel, net als bij hem thuis overal ledlampen.  


 
Ik vraag Jantje ook hoe hij omgaat met witgoed dat gebracht wordt in de Weggeefwinkel en vaak een slecht energielabel heeft. Uiteindelijk kan iemand met een laag inkomen een gratis apparaat krijgen maar wel met een hoog energieverbruik. Dat is niet heel duurzaam. Jantje: ‘ik geef dat bezoekers altijd mee en wijs hen er wel altijd op dat zo’n apparaat veel energie verbruikt. En dat je als je een heel laag inkomen hebt wellicht met hulp van de gemeente een apparaat kunnen aanschaffen met een goed energielabel’. Op mijn vraag hoe dat thuis zit met de energielabels vertelt Jantje dat de koelvriescombinatie in zijn eigen huis oud is en dus teveel energie verbruiken. ‘Maar ik kocht wel een energiezuinige tv’.
Waarom hij dan niet een nieuwe koelvriescombinatie koopt? Jantje geeft aan dat het bij hem steeds om de balans gaat tussen minder consumeren en grondstoffen en/of energiebesparen. Dat vindt hij lastig kiezen. Jantje: ‘Dat ding ontdooien, er staat een dikke ijslaag in, ga ik wel snel doen’.
Jantje bekijkt de tips op de website ‘omlaag die meter’ en voert er ook een aantal uit. Eentje noemt hij specifiek; ‘ik haal alle laders gelijk uit het stopcontact als het apparaat vol is’, en ook de stekkers van de apparaten die ik niet gebruik gaan uit het stopcontact. Bij mij dus nauwelijks sluipverbruik’.


 
Uiteraard vraag ik Jantje ook naar de tip die hij aan mensen wil meegeven. Die weet hij wel! Jantje: ‘ooit kreeg ik voor de Weggeefwinkel een lading isolatiefolie die je achter de radiator kon plakken. Dat werkte fantastisch, je voelde hoe het folie de warmte terugkaatste. Als je geen folie kunt kopen of je wilt het een keer testen, pak dan een lege chipszak, knip hem open en bevestig die met magneetjes achter de radiator. Dan ‘voel’ je wat het doet’.